104 jaar
Hommage aan de honderdvierde geboortedag van Sadegh Hedayat!
17 februari 1903, Teheran, Iran - 8 april 1951, Parijs, Frankrijk
Sadegh Hedayat
BOEK
VAN
BEDROG
HET TALENHUIS
DRACHTEN - NEDERLAND
Om uw boeken te bestellen, klik a.u.b. op het onderstaande beeld om uw bestelling te plaatsen via een e-mail op info@talenhuis.com:
Oorspronkelijke titel:
Uitgever:
HET TALENHUIS
01062831 KvK. Leeuwarden 10-10-1991
JANSONIUSPLEIN 19
9203 NH DRACHTEN
Tel.:(+31) 0512 - 540560
Internet: www.talenhuis.com
E-mail: info@talenhuis.com
Sadegh Hedayat 1903 - 1951
INHOUDSOPGAVE
ANNOTATIE 7
INHOUDSOPGAVE 9
Noot van de vertaler 21
VOORWOORD VAN SADEGH HEDAYAT 23
GEWOONTEN EN GEBRUIKEN INZAKE HET HUWELIJK 47
Adab wa tasjrifate zana-sjoe’ï (íëßzDÛq MD¿ëp¡N Þ ECkA) 47
Gewoonten van de huwelijksvoltrekking 47
Adab-e Aqd (lÃع ECkA) 47
Gewoonten van de bruiloft 50
Aroesi (ívÞpع) 50
DE ZWANGERE VROUW 53
Zan-e Abestan (ÝOwFA Úq) 53
Tsjellè-bari, ofwel ‘de veertigstedag-viering’ 53
Een hangslot om de bolle buik van de zwangere vrouw 56
Al (ÍA) 57
HET KIND 59
Batsj-tsj-e (éaF) 59
Lametje 64
lametje (éa×Ó) 64
Evenbeeld 65
Hamzad (kCrØç) 65
Het breken van een ei 65
Tochm-sjekastan (ÝOwÇzÙiN) 65
Wierook 65
Esfand doed kardan (ÚkpÆkÞk lÜ¿vC) 65
Gelofte om een zoon 69
Nazre pesar (pwJ onÛ) 69
Schaap van twee jaar 69
Aqiqa (éÃìÃع) 69
Het grafkind 70
Goer-za (CqoßÊ) 70
Bestaande Ali 71
Ali-modzjoed (kßVß× íÏع) 71
VERSCHILLENDE GEWOONTEN EN RITUELEN 73
Eteqadat wa tasjrifat goenagoen 73
(ÚßÊDÛßÊ MD¿ëp¡N Þ MCkDÃOعC) 73
Reizen 73
Mosaferat (Mp¾Dw×) 73
Zusterschap 74
Chahar-chandehgi (íÊlÛCßhpçCßh) 74
GELUK 75
Bacht-baz-sjodan (Úlz qDF PiF) 75
Huwelijkwens 76
Arezoeye sjohar (pçßz êÞqoA) 76
Dadelpalm als offer 76
Nachle Qorbanni (íÛDFp ÐiÛ) 76
Offer 76
Qorbanni (íÛDFpÂ) 76
De nieuwe maan 77
Mah didan (Úlëk æD×) 77
Regengebed 77
Doaye baran baridan (ÚlëoDF ÚCoDF êDعk) 77
Het slangenei 78
Mohre-ye mar (oD× êæpè×) 78
Het vinden van de dief 78
Pyda kardne dozd (kqk ÚkpÆClìJ) 78
MEDITATIE VAN VEERTIG DAGEN 79
Stjelle nesjastan (ÝOw¡Û éÏZ) 79
Het persen van amandelen 79
Greftane roqane badam (ÖCkDF ݺÞo ÝO¾pÊ) 79
Een aantal volksgebruiken 80
Tedadi az adabe marsoemeh (é×ßvp× ECkA qC êkClعN) 80
Geitenpoot pakken 81
Paye boz afkandan (ÚlÜǾC rF êDJ) 81
Het oproepen van Chadzjè Chezr 81
Ehzare Chadzjeh Chezr (p©h éVCßh oD©dC) 81
Tover dan mijn schop in een sneeuwschuiver om! 82
GEWOONTEN INZAKE ZIEKTES 83
Adabe nachosjiha (DèìzßhDÛ ECkA) 83
Hongerlijder 83
Maraze dzjoe (عßV §p×) 83
Verkoudheid 83
Sarma-chordegi (íÊkoßhD×pv) 83
Staar 84
Toerak stjesjm (Ù¡Z ÅoßN) 84
Oogpuistje 84
Dzjoesje goesje-ye stjesjm (Ù¡Z êézßÊ yßV) 84
Slopende ziekte 84
Maraze mozmen (Ý×r× §p×) 84
Dinsdagavond-kleiklomp 85
Chesjte stjaharsjanbeh soeri (êoßvéGÜzoDèZ P¡h) 85
VERVULLING VAN DE WENSEN 89
Baraye bar-amadane hadzjat (MDVDd Úl×ApF êCpF) 89
Helpen 89
Komak (ÈØÆ) 89
Geurtherapie 89
Boe’chosj (yßhßF) 89
Viering van groenten 89
Sofreh sabzi (êrGv êæp¿v) 89
Probleem-oplossende-notenmix 91
Adzjil-e mosjkel gosja (D¡ÊÐË¡× ÐìVA) 91
Het verhaal van de probleem-oplossende-notenmix 92
Dastan-e Adzjil-e mosjkel gosja (D¡ÊÐË¡× ÐìVA ÚDOvCk) 92
Viering van tante dinsdag 95
Sofreh-ye Bibi Sesjanbeh (éGÜzév íFíF êæp¿v) 95
Viering van Fatima zahra (de dochter van de profeet) 97
Sofreh-ye Fatima Zahra (Cpçq ê騬D¾ êæp¿v) 97
Viering van de Emir der gelovigen, Imam Ali
(de schoonzoon van de Profeet) 99
Chatme Amir al-momenin (ÝìÜ×ߨÎCpì×C ÙOh) 99
DROMEN 101
Chab (ECßh) 101
DOOD 103
Marg (Ép×) 103
Twee takken 109
Dzjaridateen (ÝìNlëpV) 109
Vergevingskom 109
Kaseh al-afw (ß¿عÎC évDÆ) 109
BETEKENISSEN VAN DE LICHAAMSDELEN 110
Tafa’ol nasji az azaye badan (ÚlF êD©عC qC ízDÛ ÐñD¿N) 110
WAARZEGGERIJ, VOORSPELLING, ZEGENING, KWAADWILLIGHEID 117
Tafa’ol, noefoes, marwa, marqowa ( Cߺp× ,CÞp× ,uß¿Û ,ÐñD¿N) 117
HET UUR, DE TIJD EN DE DAG 123
Sa’at, waqt, roez (qÞo ,PÂÞ ,PعDv) 123
Kleiklompgooiers 129
Kloech-andazan (ÚCqClÛC gßÏÆ) 129
ALGEMENE RITUELEN 131
Ahkame oemoemi (í×ߨع ÖDÇdC) 131
Verdoeming van de ouders 136
Aqqe waledeen (ÝëlÎCÞ ÁDع) 136
AANBEVELINGEN EN RAADGEVINGEN 139
Dastoerha wa ahkam amali (íÏØع ÖDÇdC Þ DçCoßOvk) 139
EEN AANTAL UITDRUKKINGEN EN ZEGSWIJZEN 145
Tsjand estelah wa masal (ÐS× Þ cÔ®¤C lÜZ) 145
Ga, en verander het opschrift op je voorhoofd! 147
Buiksieraad 154
Gohar sjekam (ÙÇzpçßÊ) 154
VOORWERPEN EN DE WERKING DAARVAN 155
Tsjizha wa Chasiyat anha (DèÛA Pì¤Dh Þ DçrìZ) 155
Offersoog-amulet 155
Nazar qorbani (íÛDFpÂp²Û) 155
PLANTEN EN ZADEN 163
Giyah’ha wa daneh’ha (DçéÛCk Þ DçæDìÊ) 163
Alruin 166
Mehre Giyah (æDìÊpè×) 166
REPTIELEN EN KNAAGDIEREN 170
Chazandegan wa gazandegan (ÚDÊlÛrÊ Þ ÚDÊlÛrh) 170
Het verhaal van de schildpad 173
VOGELS EN GEVOGELTE 175
Parandegan wa makian (ÚDìÆD× Þ ÚDÊlÛpJ) 175
De vogel van rechtvaardigheid, ofwel de kerkuil 181
Morqe haqq (Äd ¹p×) 181
Koolmeesje 182
Gondzjesjk (È¡WÜÊ) 182
VEE EN WILDE DIEREN 185
Dam wa dad (kk Þ ÖCk) 185
Hyena’s 189
Olifant 190
Aap 190
Beer 191
Muilezel 191
Kamelen en dromedarissen 191
SOMMIGE OUD-PERZISCHE VIERINGEN 193
Bazi az dzjasjnhaye bastan (ÚDOvDF êDèÜ¡V qC í©عF) 193
Het Herfst-feest 193
Mehregan (ÚDÊpè×) 193
Feest van Honderd 193
Dzjasjn Sadeh (ælv Ý¡V) 193
Feest van de Honderd-branding 194
Sadeh-soezi (êqßvælv) 194
Feest van de Vijftiende dag 195
Dee-beh-Mehr (pèØF êk) 195
Feest van de baardeloze man 196
Koeseh-bar-nesjin (Ýì¡ÛpF év߯) 196
Feest van mannenjacht 196
Maard-gieran (ÚCpìÊkp×) 196
Overdenking tegen slangen en schorpioenen 196
Het voorafgaande Feest van Noowroez (nieuwjaarsdag)198
Dzjasjne pisj az Noowroez (qÞoßÛ qC ¢ìJ Ý¡V) 198
Het feest van de laatste dinsdagavond van het jaar 199
Dzjasjne Tsjaharsjanbeh-soeri (êoßvéGÜzoDèZ Ý¡V) 199
Het lepeltikken 201
Qasjoqzani (íÛqÄzDÂ) 201
Het belijden van intentie 201
Nieuwjaarsdag 201
Noowroez (qÞoßÛ) 201
Jaarwisselingstafel 202
Haaftsin (ÝìvP¿ç) 202
Viering van Chadzjeh Chezr 204
Sofrehye Chadzjeh Chezr (p©héVCßh êæp¿v) 204
Viering van de dertiende nieuwjaarsdag 205
Sizdahbedar (olFækrìv) 205
BEKENDE PLAATSEN EN FENOMENEN 206
Dzjaha wa tsjizhaye maaroef (½Þpع× êDçrìZ Þ DçDV) 206
De den van Kasjmar 206
Sarwe Kasjmar (pØzDÆ Þpv) 206
de zwarte steen 207
Siah-sang (æDìv ÌÜv) 207
Kuil van de regen 207
Tsjah-baran (ÚCoDFæDZ) 207
Water van Moeqan 208
Ab Morqan (ÚDºp× EA) 208
Knuppel van Rostam 208
Gorze Rostam (ÙOvo qpÊ) 208
Grond van Ree 209
Chake Ree (êo ÅDh) 209
Waterbron van Ali 209
Tsjesjmeh Ali (íÏع 騡Z) 209
Het parelachtige kanon 209
Toep Morwarid (lëoCÞp× IßN) 209
Huwelijkswens in Rasjt 210
Bacht-gosjai dar Rasjt (íëD¡ÊPiF) 210
Minaret met koperen kop 210
Menar sar-berendzji (íWÛpFpv oDÜ×) 210
Bij de minaret van Teheran 211
Pamenar (oDÜ×DJ) 211
Juffrouw Opstanding 211
Khatoen-qiamat (P×Dì ÚßNDh) 211
Badhuis van Sjeik Bahai 211
Hammam Sjeik Bahai (íëDèF jìz ÖDØd) 211
Badhuis Pandzjeh Ali (Ali’s handpalm) 211
Hammam Pandzjeh Ali (íÏعéWÜJ ÖDØd) 211
Graf van Pir Parehdoez (de oude vertsteller) 212
Qabr Pir Parehdoez (qÞkæoDJ pìJ pGÂ) 212
Kapel van Sahand 212
Saqqa-chaneh Sahand (lÜèv éÛDhDÃv) 212
Mausoleum van Ibrahim, nakomeling van de Imam 212
Emamzadeh Ibrahim (ÙìçCpFC ækCr×D×C) 212
de Stenen leeuw 213
Sang sjir (pìz ÌÜv) 213
de vader van Darda 213
Aboe Darda (CkokßFC) 213
Koepel van kleiklompen 213
Gonbad chesjti (íO¡h lGÜÊ) 213
Steen van Tsjaharbaq 214
Sang Tsjaharbaq (¹DFoDèZ ÌÜv) 214
de Oude ezelzadelmaker 214
Pier palandoez (qÞkÚÓDJpìJ) 214
Koning Qees 214
Sjah-Qees (xìº æDz) 214
Het heldengraf 214
Het heldengraf (ÚCkpØÛCßV pGÂ) 214
Qolhowallah-soep (zeg dat Hij de God is) 215
Asj Qolhowallah (éÏÎCßç РyA) 215
Waterbron van Qala-doesj 215
Tsjesjmeh Qala-doesj (yÞkÔº 騡Z) 215
De muur Niak 215
Diwar Niak (ÅDìÛ oCßëk) 215
De oude vijgenboom van Sarak 216
Pirdracht andzjir Sarak (Åpv pìWÛC PhokpìJ) 216
De moskeekuil van Kasjan 216
De moskeekuil van Kasjan (ÚDzDÆ lWw× EAæDZ) 216
Mausoleum in Abbas-abad 217
Emamzadeh Abbas-abad (kDFAuDGع ækCr×D×C) 217
Het verhaal van Haftwad 217
Afsaneh Haftwad (kCßO¿ç éÛDw¾C) 217
Platan van Saleh 219
Tsjenar Emamzade Saleh (fÎD¤ ækCr×D×C oDÜZ) 219
de Zwarte Galesj 219
Siah Galesj (¢ÎDÊ æDìv) 219
Stad Neeriz 220
Sjahre Neeriz (rëpìÛ pèz) 220
Mereneetwaar 220
Moertsjeh-chort (oßh éZoß×) 220
Mazandaran (Een provincie in Noord-Iran) 221
Mazandaran (ÚColÛqD×) 221
Kasjan (Een stad in Centraal-Iran) 221
Kasjan (ÚDzDÆ) 221
Kiga (Een dorp vlak bij Teheran) 221
Kiga (D蓮) 221
Het verhaal van Sjahre Banoe 222
Dastan Sjahre Banoe (ßÛDFpèz ÚDOvCk) 222
Groene koepel 224
Gonbad Sabz (rGv lGÜÊ) 224
Land van Haroen 224
Haroen-welayat (PëÓÞ ÚÞoDç) 224
Ali’skoepel 225
Taq Ali (íÏع ÁD¬) 225
Zwarte kei 225
Sange siyah (æDìv ÌÜv) 225
Ketting van Tsjarandab 226
Zandzjiere Tsjarandab (EClÛpZ pìWÛq) 226
Het water van de vis 226
Ab-mahi (íçD× EA) 226
Poort van tank-allah-akbar 226
Darwazeh tank-allah-akbar (pGÆC éÏÎC ÌÜN æqCÞok) 226
Waterput van Mortaz Ali 227
Tsjah Mortz Ali (íÏع §DNp× æDZ) 227
Opa Koehi 227
Baba Koehi (íç߯DFDF) 227
FOLKLORISTISCHE LEGENDEN 229
Afsanehaye Amianeh (éÛDì×Dع êDçéÛDw¾C) 229
Aarde-koe 229
Kaw-zemin (Ýì×q ÞDÊ) 229
Regenboog 230
Qos o qazah (cr ußÂ) 230
Regen 231
Baran (ÚCoDF) 231
Donder 231
Aseman qorreh (æpº ÚDØvA) 231
Meteoriet 232
Tir sjahab (EDèzpìN) 232
Venus 232
Setareh Zohreh (æpçq æoDOv) 232
Vallende sterren 232
Noerbaran (ÚCoDFoßÛ) 232
Maan en zon 232
Mah wa Chorsjid (lìzoßh Þ æD×) 232
Maans- en zonsverduistering 232
Chosoef wa kosoef (½ßwÆ Þ ½ßwh) 233
Karbonkel 234
Gohar sjabtsjeraq (¹CpaGzpçßÊ) 234
Nachtmerrie 234
Bachtak (ÈOiF) 234
Woestijnreus 235
Qoel biabani (íÛDFDìF Íߺ) 235
Een aantal satans 235
Zekrè bazi sjayatin (Ýì¬Dìz í©عF pÆm) 235
Oude man Dawalpa 236
Dawalpa (DKÎCÞk) 236
Haroet en Maroet 237
Haroet en Maroet (MÞoD× Þ MÞoDç) 237
Ezel van Dadzj-dzjal 239
Char Dadzj-dzjal (ÍDVkph) 239
Duivel Nasnas 240
Nasnas (uDÜwÛ) 240
Jadzjoedzj en madzjoedzj 242
Jadzjoedzj wa Madzjoedzj (UßVD× Þ UßVDë) 242
Dzjablqa en dzjablsa 242
Dzjablqa wa dzjablsa (DwÏFDV Þ DÃÏFDV) 242
Citadel Gang-daz 246
Gang-daz (qk ÌÜÊ) 246
De berg Kaf 246
Koehe Qaf (½D æßÆ) 246
Draak 247
Ezhdeha (DçksC) 247
Vogel Qoqnoes 249
Qoqnoes (xÜÃÂ) 249
Engel Espst Alous 250
Espst Alous (ußÎA PwKvC) 250
Wezen Samandar 250
Samandar (olÜØv) 250
Visser Audzj bin onoq 251
Audzj bin onoq (ÄÜع ÝF Ußع) 251
Vogel Simorq 251
Simorq (¹pØìv) 251
TOEVOEGINGEN 255
Goenagoen (ÚßÊDÛßÊ) 255
Een korte levensbeschrijving van Sadegh Hedayat 267
Plattegrond van de begraafplaats Le Père Lachaise 275
Foto van het grafmonument van Sadegh Hedayat 277
Literatuurlijst 279
Verdere literatuur 280
ALFABETISCHE INHOUDSOPGAVE VAN DE ONDER-WERPEN 281
VERKLARING VAN WOORDEN 293
Annotatie
104 jaar Sadegh Hedayat
Het is voor meer dan negen en negentig procent van de kinderen van Adam gewoon,
dat de dood hun einde betekent.
Het is voor meer dan negen en negentig procent van de rest ook gewoon, dat zij
met de titel van overledene, zaliger, wijlen of dergelijke in de geschiedenis
verdwijnen.
Uiteindelijk bereikt van die laatste minder dan één procent het leven zonder
dood. Eigenlijk is voor deze groep de dood nog maar het begin. Het begin van
groot worden en blijvend groter worden. Natuurlijk niet in de betekenis van
groot worden tot volmaaktheid. Nee, het groot worden in de betekenis van kennis.
Met de dood van een ieder uit deze groep, begint het stralen van een bundel
licht, die met de dag stralender wordt tot deze persoon een zon wordt of een
prachtige ster in zijn of haar gemaakte heelal.
Voor de lieden van deze groep is de dood het ochtendgezang van de overwinning op
de duisternis.
Pas na de dood van deze mensen, maken hun eigen cultuurgenoten kennis met hun
betekenis en langzamerhand mensen van andere culturen ook. Op een gegeven moment
worden ze gewaardeerd en bewonderd door iedereen en overal.
Deze mensen zijn de makers van de grote wens van de mensheid.
En Sadegh Hedayat is ongetwijfeld één van hen. Zijn begin van groot worden is al
begonnen.
❀❀❀
Het is voor Het Talenhuis een bijzondere eer om het werk van deze grootmeester
van de Perzische literatuur in het Nederlands te mogen uitgeven. Bij leven en
welzijn zal de uitgever ieder jaar, rond februari, een werk van Sadegh Hedayat
publiceren.
Voor het volgende jaar staat zijn satirische roman ‘Toepe morwarid’ (Het
Parelachtige Kanon) op de agenda.
17 februari 2007,
Het Talenhuis.
Van deze reeks zijn eerder bij Het Talenhuis verschenen:
1- Heer Hadzji, 2003, 90-801363-9-5
2- De zwerfhond, 2004, 90-807633-1-4
3- Juffrouw Alawiyeh, 2005, 90-807633-4-9
4- Boodschap van Kafka & De zwerfhond,
2006, 90-807633-7-3
Noot van de vertaler
VOORWOORD
VAN
SADEGH HEDAYAT
Hafez, de wereldberoemde Iraanse dichter (ca. 1320-1390):
“Neem de lokken van een schone ter hand en laat het verhaal, beste mafjanus,
want de gunstige en onheilige toestand is een werking van Venus en Saturnus.”
Wellicht hadden de mensen van de oudheid en de oude volkeren meer dan de
tegenwoordige en moderne volkeren bijgeloof. Met name degenen die in contact
waren met verschillende rassen. Door het contact en de betrekking van gewoonten,
gebruiken en religies kwamen er nieuwe gedachten en bijgeloven tot stand. Deze
gedachten en bijgeloven bleven voortbestaan van generatie op generatie.
Het land Iran kent een geschiedenis van vele eeuwen. Het lijkt op een karavaan
die door de roversbendes van geciviliseerde en wrede oude volkeren, zoals
Chaldeeën, Assyriërs, Grieken, Romeinen, Joden, Turken, Arabieren en Mongolen
keer op keer is aangevallen.
Wellicht hadden deze volkeren met elkaar een relatie en betrekking. Daarom is
een wetenschappelijk en psychologisch onderzoek en studie over de bijgeloven van
leken belangrijk. Door een studie en onderzoek zullen vele duistere filosofische
en historische punten voor ons duidelijk worden.
Wij kunnen door wetenschappelijk onderzoek en de vergelijking van bijgeloven met
elkaar, kennis hieromtrent vergaren. Door een dergelijke studie kunnen wij de
wortels en de oorsprong van zeden, gewoonten, religies, legenden en bijgeloven
vinden.
Dergelijke zaken hebben bijna alle religies tot stand gebracht en bewaken ze.
Deze bijgeloven hebben in verschillende historische fasen de mensen een leidraad
gegeven. De meeste consequenties, opofferingen, wensen, angsten en dergelijke
vinden hun oorsprong in de religies. De religie is de grote en oudste steun van
de mens. Heden ten dage speelt de religie in het leven van wilde en
geciviliseerde mensen een belangrijke rol. Soms is deze de belangrijkste zaak
bij enkelen. Door de religie heeft men op alles een antwoord. Men kan van alles
afstand nemen behalve van zijn bijgeloven en de zaken waarin men gelooft.
Een wetenschapper betitelt de mens als ‘het bijgelovige beest’.
Indien wij een onderzoek naar deze zaken beginnen en een uitgebreide studie
daaromtrent verrichten, zullen we meerdere waarheden tegenkomen. Echter, dit
valt buiten het onderwerp van dit boek.
Inzake het geloof gebruikt men zijn verstand niet. Omdat de mens behoefte heeft
om de reden van de zaken te weten, vlucht men naar het oordeel van zijn hart,
gevoelens en voorstellingen.
De wereldbekende filosoof Ernest Haeckel schrijft over de oorsprong van
bijgeloven en legenden bij de eerste mensenstammen het volgende:
“De oorsprong en de grondslag van alle bijgeloven zijn de natuurlijke behoefte
van de mens om het tot stand komen van de zaken te ontcijferen en de redenen
daarvan te kennen. De mens wil graag de natuurwetten begrijpen, maar bij het
bewerken daarvan gebruikt hij in plaats van het verstand de bijgeloven. In het
bijzonder bij de oorzaken van de natuurgebeurtenissen zoals donderen, onweer,
bliksem, aardbeving, zons- en maansverduistering en dergelijke.
Deze zaken produceren angst en gevaar en de mens zoekt
naar een verweer. Het noodzakelijk zijn van het gebeuren van deze zaken, ofwel
de natuurwet, is voor de mens duidelijk en staat vast, maar de mens wil in zijn
wereldje deze zaken versimpelen en voor zichzelf aannemelijk maken.
De eerste mensen kenden de oorzaken van de natuurgebeurtenissen niet. Echter, ze
waren tot deze gebeurtenissen veroordeeld. Zij hadden het besef dat zij tot deze
gebeurtenissen veroordeeld waren en zij hadden dit besef van hun voorvaderen, de
grote apen, geërfd.
De zoogdieren hebben een soort besef en soms een soort gevoel voor voorspelling
van het gebeuren van natuurrampen. Bij voorbeeld een hond kermt vooral in de
maneschijn. Een hond reageert onmiddellijk bij een bel of bij het wapperen van
een vlag in de wind. De hond wordt daar angstig van en krijgt de behoefte om dit
voor hem onbekende gevoel te ontdekken. Door de ontdekking daarvan wil de hond
een verweer tegen zijn dood creëren.
Een belangrijke grondslag van het geloof bij de eerste mensen was het bijgeloof.
Men kan beweren dat die mensen dit van hun oergeneraties, de apen, hadden
gekregen. Echter, een gedeelte van hun bijgeloven vond zijn oorsprong in de
gebeden van hun menselijke voorouders en de verschillen-de psychologische
behoeftes en de zeden en gewoonten die deze mensen hadden.”
...
GEWOONTEN EN GEBRUIKEN
INZAKE HET HUWELIJK
Adab wa tasjrifate zana-sjoe’ï (íëßzDÛq MD¿ëp¡N Þ ECkA)
Gewoonten van de huwelijksvoltrekking
Adab-e Aqd (lÃع ECkA)
De kamer waarin het huwelijk wordt voltrokken, dient een kamer te zijn die
gevestigd is op de begane grond. Daaronder dient geen lege ruimte te zijn.
De vrouwen die tijdens de plechtigheid van de huwelijksvoltrekking aanwezig
zijn, dienen allemaal gelukkig gehuwd te zijn en ook niet meer dan één keer.
Een korte witte doek, ongeveer één á twee meter, dient op de grond gelegd te
worden. De geluksspiegel die de bruidegom eerder naar het huis van de bruid
heeft gestuurd, wordt op deze doek neergezet. Aan de zijkanten van deze spiegel
worden twee kandelaars neergezet. Eén kandelaar op naam van de bruid en de
andere op naam van de bruidegom. Op iedere kandelaar wordt een kaars
aangestoken. Voor de spiegel wordt ook een handvol graankorrels op het witte
doek gelegd. Deze graankorrels worden daarna afgedekt met een brokaten servet.
Er wordt een olielamp aangestoken. In deze lamp heeft men naast olie een kleine
hoeveelheid honing toegevoegd.
Verder legt men twee kussentjes naast het witte doek, tegenover de spiegel.
Op het kussentje van de bruid wordt een paardenzadel geplaatst. De bruid zit
tijdens de huwelijksvoltrekking op dit zadel.
De bruid neemt plaats op het zadel en tijdens de huwelijksvoltrekking kijkt zij
voortdurend in de spiegel.
De kleding van de bruid dient knooploos te zijn. Alle sluitingen van haar
kleding dienen open te zijn, zodat zij in haar echtelijke leven geen knopen,
ofwel problemen, zal krijgen.*
Voorwerpen die op het witte doek van de huwelijksvoltrekking aanwezig dienen te
zijn, zijn de volgende:
De Koran;
een bidkleed;
een beker zoete drank;
een Sangak-brood (een lang plat brood);
een ketting van Sepand-wierookbolletjes;
een schaal gevuld met brood, kaas en een mengsel van groenten en kruiden, zoals:
koriander, radijs en dergelijke;
een aantal walnoten;
een kommetje gevuld met kwik;
een kom met water waarop een groen blad drijft;
een tweetal ijspegelvormige suikerbrokken; **
een schaal fruit;
een dienblad gevuld met suikergoed en koekjes;
zeven soorten kruiden in een vijzelkommetje;
een koffiekannetje waarin een mengsel van azijn en peperpoeder kookt;
een koffiekannetje waarin twee eieren en zeven soorten kruiden tijdens de
huwelijksvoltrekking worden gekookt. Deze zeven kruiden staan voor de kinderwens.
Deze twee eieren worden later door de bruid en de bruidegom opgegeten.
Tijdens de plechtigheid staat een vrouw achter de bruid. Deze vrouw is constant
bezig met een naald en zeven strengen garen in zeven verschillende kleuren een
lapje te borduren. Onder het borduren houdt de vrouw het lapje boven het hoofd
van de bruid. Dit borduursel heeft de
vorm van een rode tong. Dit is een symbool dat staat voor het dichtnaaien van de
monden van de schoonmoeder en -zusters*** van de bruid. Het borduursel wordt,
wanneer het af is, met een spijker op de grond voor de voeten van de bruid
vastgeslagen. Tijdens dit ritueel zingen de aanwezige vrouwen een straatliedje:
“Van mijn schoonmoeder, -zusters en -vader snoer ik zo de mond,
hiermee houd ik mijn kostbare huwelijk en mijn relatie gezond!”
Tijdens de huwelijksplechtigheid staat een persoon met een hangslot in de hand.
Deze persoon draait dit slot open en dicht. Deze handeling wordt steeds
herhaald. Wanneer de bruid haar jawoord geeft, wordt dit slot gesloten. Dit slot
blijft gesloten tot de huwelijksnacht voorbij is. Dit slot is als het ware het
symbool van de huwelijkstrouw van de man: andere vrouwen zijn voor hem
uitgesloten.
Het is gebruikelijk dat tijdens het reciteren van de religieuze huwelijkstekst
een hazelnoot wordt gekraakt. De dop van deze noot wordt gevuld met het kwik.
Deze met kwik ge-ulde dop wordt dichtgemaakt met was. De bruid neemt deze mee in
haar echtelijke leven. Zolang het kwik in de dop blijft bewegen, zal het hart
van de man blijven kloppen van liefde voor zijn vrouw.
Nadat de huwelijkssluiting is voltrokken, gooit men een kommetje water over het
hoofd van de bruid. Vervolgens worden de kaarsen gedoofd met de schoenen van de
bruid.
De zeven kruiden en het kwik zijn bedoeld voor een gelukkig huwelijk van het
echtpaar. Het water is een symbool voor een vlekkeloos huwelijk. Een groen blad
staat voor de vreugde. De bruid zit op het zadel en dit betekent dat zij haar
man onder de duim heeft. De mix van honing en olie is het symbool van zoet en
vet, dat kenmerk is van welvaart. De bolletjes wierook vertegenwoordigen het
heil. Het brood, de kaas en het mengsel van kruiden en groenten staan voor de
zegen. Het verhaal gaat dat als men van dit eten neemt, men nooit kiespijn
krijgt.
* Zelfs wordt tegenwoordig de sluiting van de beha van de bruid open gemaakt.
Dit kan gebeuren door de bruid zelf of door een vrouwelijke verwante.
** Deze twee ijspegelvormige suikerbrokken worden tijdens de
huwelijksvoltrekking door een gelukkig getrouwde vrouw of een maagdelijk meisje,
tegen elkaar aangewreven boven de hoofden van het bruidspaar. Dit gebeurt boven
een witte doek die door vier maagdelijke meisjes wordt vastgehouden boven het
bruidspaar.
*** Het verhaal gaat, dat de moeder en de zusters van de man jaloers zijn op de
echtgenote van hun zoon en broer, want deze vrouw heeft hun zoon en broer
afgepakt. Verhalen over ‘De schoonmoeder’ gaan dan over de moeder van de man en
niet die van de vrouw!
Het grafmonument van Sadegh Hedayat op de
begraafplaats Le Père Lachaise.DE PRIJS VOOR ÉÉN
EXEMPLAAR, INCLUSIEF B.T.W. EN VERZENDKOSTEN
IS: i
22,50/-* --------------------------------------------- *Bij bestelling van 2 tot 6 exemplaren 5% korting; van 6 tot 11 exemplaren 10%korting; meer dan 10 exemplaren 15% korting. N.B. Bij bestellingen uit België of andere Europese landen word 5% extra portokosten in rekening gebracht! Deze prijzen zijn geldig tot 01-01-2025. |
Om uw boeken te bestellen, klik a.u.b. op het onderstaande beeld om uw bestelling te plaatsen via een e-mail op info@talenhuis.com:
Bij ontvangst van uw bestelling, ontvangt
u ter voldoening
een factuur. Stuur geen geld of cheque mee. UW BESTELLING WORDT ZO SNEL MOGELIJK VERWERKT. N.B! Geachte heer / mevrouw! Het kan door omstandigheden voorkomen dat dit formulier ons niet bereikt. Daarom verzoeken wij u vriendelijk om uw bericht nogmaals via een E-mail naar ons: info@talenhuis.com op te sturen, indien u binnen drie dagen geen reactie van ons hebt ontvangen na het inzenden van uw formulier. |