Perzische spreekwoorden
in verhalen

 

Geachte heer / mevrouw,
Onder dankzegging voor uw belangstelling, wordt u het volgende meegedeeld:
Helaas is dit boek niet meer leverbaar bij Het Talenhuis.

De eerste en tweede druk zijn uitverkocht. De derde druk zal waarschijnlijk niet meer verschijnen.

Mogelijk kunt u dit boek van tweedehands-verkopers op internet verkrijgen.

Echter, Het Talenhuis heeft een goed nieuws voor u! Het boek dat u zoekt, is digitaal en kosteloos aangeboden door Het Talenhuis. U kunt het downloaden via de volgende website:
http://www.talenhuis.com/pr/menu/start.htm

Met hoogachting,
Het Talenhuis.

 

Oorspronkelijke titel:

Dastan-haye amsal 

ÍDS×C êDèÛDOvCk

De verhalen van de spreekwoorden

Nederlandse vertaling uit het Perzisch (Farsi) en voorwoord:

Dr. Ali Soleimani

De afbeelding op de omslag is een kopie van het schilderstuk "Het badhuis" uit een oude druk van het boek "Chamse-yeh Nezami"

Druk- en bindwerk:

Donkel & Donkel, Drachten - Nederland

ISBN/EAN: 978-90-78660-10-1

EERSTE DRUK: 17 februari 2009

Uitgever:

HET TALENHUIS

01062831 KvK. Leeuwarden 10-10-1991

JANSONIUSPLEIN 19

9203 NH DRACHTEN

Tel.:(+31) 0512 - 540560

Internet: www.talenhuis.com

E-mail: info@talenhuis.com


Bij wijze van voorwoord

De aanwezigheid van de wijsheid op alle momenten van het leven, in het bijzonder ten tijde van verschrikkingen, is aan te bevelen. Terwijl overal in onze tijd hard op de trommen van de oorlog wordt geslagen en het carnaval van moord en verschrikking in volle gang is, laten wij de melodie van de fluit der wijsheid klinken.

Omdat alleen al de klank van het woord ‘wijsheid’ de mens raakt, laten wij naar haar melodie gaan luisteren.

Dit boek bevat de wijsheid van de Perzische spreekwoorden die uit het oosten komen. Laten wij de kaars van de wijsheid brandend houden in duistere tijden en het enige wonder, als er een wonder zou bestaan, geloven: Het wonder der wijsheid.

De spreekwoorden, de legenden, de liederen en alle andere tekstsoorten die onder de leden van een maatschappij worden uitgewisseld en die zowel door ingewijden als leken worden gebruikt, vormen de folklore, ofwel de wetenschap van het volk.

De folklore is een spiegel waarin het gedachtegoed, de mentaliteit, de gewoonten en de smaak van de maatschappij te zien zijn. Indien men ze in één tent samenbrengt, kan men door de bestudering daarvan het ware gezicht van het volk waartoe ze behoren, leren kennen.

Men kan zonder dat men zelf een ervaring opdoet, door het horen of lezen van een spreekwoord, zich de wijsheid daarvan eigen maken. De folklore vindt zijn wortels in de ervaringen, in het gedachtegoed en bovenal in de hoop en de wens van een volk. De folklore is het edelste meesterwerk.

Indien de geletterden en vooral de literatoren proberen de folklore bij elkaar te brengen en ze te beschermen tegen uitsterving, zullen de volgende generaties altijd verbonden blijven met hun voorouders en zo blijft de mensencultuur voortbestaan.

De meeste spreekwoorden komen uit de mond van het volk. Ze zijn als het ware de wijsheid van de gewone man. Ze zijn niet opgemaakt zoals de klassieke literatuurstukken en daarom blijven ze dichterbij de natuur van de mens.

Een simpele plattelander in het verhaal ‘11- Als Akbar niet geeft, geeft de God van Akbar het wel!’ levert een bijzondere wijsheid op, waardoor men gelukkiger kan leven als men echt het ontstane spreekwoord gelooft en in de praktijk brengt. De lezer leest in dit verhaal hoe een simpele plattelander door spannende gebeurtenissen een edel spreekwoord schept. Zo kan deze ervaring op de meeste mensen van toepassing zijn.

Deze spreekwoorden zijn vertaald uit het Perzisch. Meer dan negentig procent daarvan komt uit het Perzische boek: ‘Dastan-haye Amsal’ (De verhalen van de spreekwoorden) geschreven door Amir Qoli Amini, Tweede Druk, 1954.

Dit voorwoord is een vrije vertaling van het voorwoord van de auteur van het boek Dastan-haye Amsal.

Deze spreekwoorden zijn door de jaren heen uit het Perzisch in het Nederlands omgezet. Daarbij hebben vele mensen meegewerkt bij de vertaling, correctie en bestudering. Zonder hun bijdragen was het samenstellen van dit boek een onmogelijke opgave. De eer van de vertaling gaat derhalve naar hen en zonder enige twijfel komen alle gebreken en manco’s van de vertaling voor rekening van de ondergetekende.

Bij dezen dankt ondergetekende hartelijk allen die, op welke wijze dan ook, een bijdrage hebben geleverd zodat dit boek tot stand kon komen.

Drachten, 17 februari 2009

dr. Ali Soleimani.

 

INHOUDSOPGAVE:

Bij wijze van voorwoord

1- Armen doen hun werk zelf.

2- Dat spek is door de kat opgevreten.

3- De nieuwe mouwen horen te eten.

4- Wie moet de kat de bel aanbinden?

5- Wie moet de beschikking voorlezen?

6- Toen jij het lentelied zong, was je toen de winter vergeten?

7- Ik brandde me door mijn zelf aangestoken vuur.

8- Ik werd wijs door het uitgerukte oog van de wolf.

9- De bron van dit kwaad zijn we zelf.

10- Een vos kan alles.

11- Van deze galg naar de ander komt genade.

12- Van deze lap zat er niets aan de vlag!

13- Een stukje bot in de wond.

14- Als Akbar niet geeft, geeft de God van Akbar het wel!

15- Water of brood?

16- "Als ik dit ben, waar is dan de pompoen aan mijn nek?"

17- "Het zij zo, dat ik bij iedereen de schuldige ben, doch niet bij degene die de wind heeft gelaten."

18- Als ik zelf was bevallen, was ik van een zoon bevallen!

19- Als je geneesheer was, had je eerst je eigen kale kop genezen.

20- Ik laat de geitenleren zak los, maar de zak laat mij niet los.

21- Bij de gratie Gods was het een geit, vooruit met de geit!

22- Mijn ezel is geboren zonder staart.

23- Wij hebben samen toch dit heilige mausoleum aangelegd!

24- Zeg je tegen iedereen bèèèèèèh? En tegen mij ook bèèèèèèh!

25- Zijn eer is aangetast.

26- Ga en maak je geluk wakker!

27- Hoor wel, maar geloof het niet.

28- De kat heeft een beschikking van de koning.

29- Ga dood, maar blijf blazen.

30- Tover dan mijn schop in een sneeuwschuiver om!

31- Zo’n rode biet past slechts in zo’n pan!

32- Dit is mijn beurt om te dansen!

32 (b)- Dit is mijn beurt om te dansen!

33- Wijs hem de brug aan!

34- Zolang er een naïef persoon bestaat zal een profiteur geen honger lijden.

35- Dank niet voordat jij gegeten hebt.

36- Jij van binnen, ik van buiten, zo bouwen wij ons geluk.

37- Jij, de ezel, hebt het begrepen en ik niet?

38- Had jij soms jouw potje meegenomen en had ik jou geen olie gegeven?

39- Het oog van de baas heeft een andere uitwerking.

40- Dit is het verhaal van de muizen, de kat en de kaas.

41- De tante met de lange nek.

42- God geeft het dagelijks brood, maar daarvoor moet je ook wat hoesten.

43- God is genadig.

44- Wil je geen beruchtheid, pas je aan.

45- Er is geen wijsheid voor een probleem dat men zelf heeft veroorzaakt.

46- Uiteindelijk liet hij toch nog een bos bloemen door het water bezorgen!

47- De ruzie ging over ons dekbed.

48- De pan is gestorven.

49- Hij heeft nog tweeëneenhalf hapje tegoed.

50- Als ik iets later was geweest, hadden ze mij ook nog meegenomen.

51- Anderen zaaiden, wij oogsten, wij zaaien om anderen te laten oogsten!

52- Moge God de vorige lijkwadendief zegenen!

53- Op mijn waslijn hangt gierst.

54- Wie een baard langer dan een vuistlengte heeft, is dom!

55- De stierenkop zit klem in de kan.

56- Slechtheid is het antwoord op goedheid!

57- Slechts de hond en de schoenmaker weten wat in het tasje zit!

58- Sjeik Ali drink je karnemelk maar!

59- Een leeuw zonder staart, kop en buik bestaat niet!

60- Het geluid van mijn instrument wordt ‘s morgens gehoord!

61- Excuus nog erger dan de fout!

62- Ali doet alles maar haalt geen water!

63- Zeur-Ali (Nederlandse Zeurpiet)

64- Zo blijft Ali alleen in zijn eentje in zijn beek!

65- Ruil de noodzakelijke dingen niet tegen luxe!

66- Wie in nood komt, prijst de vrede het meest!

67- Moet ik je eed geloven of de veren van de haan?

68- Je moet geen bazaar in brand steken omwille van een zakdoek!

69- Ik ben ook de man van draad en naald!

70- Ik houd van de agaathoudster het meest!

71- "Werk niet te hard anders word je een kakkerlak!"

72- De raaf probeerde zoals een patrijs te gaan lopen, daardoor vergat hij zijn eigen manier van lopen.

73- De ene blinde wijst de andere blinde de weg.

74- Ik heb veel grotere drums in het leger van Nader-sjah gehoord.

75- Soms schiet het kind per ongeluk naar het doel!

76- Men moet de kat op de huwelijksnacht onthoofden!

77- Als je beter speelt, pak je hem maar!

78- Ik zei: "Maak de knoop los, maar niet deze knoop!"

79- Je moest dansen, maar niet zo verleidelijk!

80- Zeg dat hij mijn ballen loslaat, zodat ik jouw ballen ook loslaat!

81- De zebra van Abdolla-chan!

82- Hij drukt de scheet!

83- Mijn scheet minus jouw scheet, nu wegen wij de granen opnieuw!

84- Ik deed mijn plicht, maar de heilige niet!

85- Laat je baard bewegen!

86- Ik ga, maar dit is ook geen huishouding hoor!

87- Spijt hebben als een hond.

88- De ganzen hebben slechts één poot!

89- Moslim, je krijgt van mij wat ik ‘s ochtends heb beloofd!

90- Ik geef je raad, maar jij telt de vliegen!

91- Uit al die profeten, heeft hij Dzjeridzjis gekozen.

92- De nacht is nog te jong om te plassen.

93- De helft heb je met katoen beplant, laat de andere helft braak liggen, daar wil ik zelf zijde planten!

94- Hij slaat het hoefijzer andersom op de hoef!

95- Er is geen vermogende gekomen en ook geen vermogende weggegaan!

96- Verf het met welke kleur je ook maar wilt, maar niet met deze kleur!

97- Het bijten van een schorpioen komt niet door vijandigheid, maar het zit in zijn aard!

98- Wie de lekkere spijze heeft gegeten, gaat de bruidskamer binnen!

99- Ik zeg hetzelfde wat de imam heeft gezegd!

100- Breng wat je vanmiddag zei, maar zeg de naam daarvan niet!

101- Hij at de ui, kreeg zweepslagen en ook betaalde hij de boete.

102- Je bent een dief en ook een leugenaar!

103- Het feest ging om de besnijdenis van de zoon van de rechter.

104- De ezel poept niet altijd dadels.

105- Iedereen heeft een hoef!

106- Hij heeft alleen de hand van nemen.

107- Goedkoop-zijn heeft redenen, ook duurkoop!

108- Kijk hem eens aan!

109- Zet er ook een gedroogde koeienvlaai op als deksel!

110- Van één raaf veertig raven maken!

111- Ik was hier één maand te gast, blijf nog één maand en jullie zijn beiden aardige mensen!

112- Als jij nog één tik geeft, dan heb ik niks.

113- Zorger-Hassan

114- Het zorgeloze hart bestaat niet!

115- Hij ruilde room met boter.

116- Hier had ik niet op gerekend!

117- Als jij het was geweest, had jij gepoept hoor!

118- Ben je soms het gat voor het gebed kwijt?

119- Met kwaken of zonder kwaken, ik eet je toch op omdat ik geld voor je betaald heb.

120- Steel niet een beetje om niet heel veel te verliezen!

121- Graaf eerst een kuil en steel dan pas een minaret!

122- Hier is de lap stof, ik ga ook een kilo suiker halen!

123- Deze rekening lijkt op de rekening van de blinde met zijn penis.

124- Deze rekening lijkt op de rekening van de blinde met zijn penis. (2)

125- Bezorg deze kameel bij een ander!

126- Bezorg dit geschenk maar aan je andere tante, de zuster van je mama!

127- Breng eerst deze zuigeling groot, neem dan nog één!

128- Dit is slechts een halve meter daarvan.

129- Deze belofte lijkt op de belofte van Salomon aan de kikkers!

130- Hij is met grootheden in het huwelijk getreden!

131- Je eigen stank is beter dan andermans stank!

132- Je moet terug naar je aard!

133- Kadaver op de spijker.

134- Om te begraven is er geen verschil tussen een staaf goud en een baksteen.

135- Hij lacht zijn eigen baard uit.

136- Mensen komen met een ‘kssssj’ en vertrekken met een ‘fssssj’!

137- De nachtegaal die smakeloze pruimen eet, zal niet beter zingen!

138- Moedersheld.

139- De leiding is in mijn hand!

140- Dit komt ook door ouderdom!

141- Hij huilt voordat hij de klap krijgt.

142- Als de imam van de moskee schijt, poept de volgeling!

143- Wie een ei steelt, steelt straks een kameel!

144- Er bestaat geen heuvel waar hij niet op gepoept heeft!

145- Het verschil zit in het aanstampen!

146-Je zingt prachtig, waarom zong je niet bij de begrafenis van je vader.

147- Snijd me niet in mootjes, maar schiet me in één keer dood!

148- De kaars die je thuis nodig hebt, mag je niet aan de moskee schenken!

149- Hoeveel man is hij?

150- Wat voor een arme die geen dinar heeft?!

151- Noem iets passends!

152- Ik heb er ook deel aan!

153- Doe dan maar yoghurt!

154- De berekening is juist, maar mijn handen zijn leeg!

155- De speelman werkt voor de wolf.

156- Tante Sjacheraar is soms hier, soms daar.

157- Moge God een onheil laten gebeuren wat mij zegen bezorgt.

158- Verkoop de huid niet voordat de beer geschoten is!

159- Een bestegen ezel telt ook mee.

160- Van iemand een ezel maken!

161- Het bloed van Siyawosj kookt!

162- Mollah, hinderlaag! Eten we verder graag!

163- Spreek je moeders vrijer dan aan met ‘Meneer!’

164- Haar hand is bezig met het stroopvat!

165- Zijn voeten zitten in de henna van de geliefde.

166- Doe verder niets, want het wordt nog erger!

167- Bid dat je vader doodgaat, want na de dood van een leraar komt een nieuwe leraar.

168- Wees dankbaar dat God je niet met de maatbeker op de kop sloeg!

169- De neus van Grote Mirza!

170- Nou, het is nog erger dan je dacht!

171- Plaats daarop geen handgreep!

172- "Ik reisde overal op aarde, onder de zon en de maan

maar nooit trof ik een mens met twee hoofden aan."

173- Ga God maar danken, want het kan nog erger!

174- Hij schenkt de verloren olie aan de moskee!

175- Een grijsaard liegt toch niet!

176- De levenden moeten de doden hun deel geven!

177- Pers zijn testikels!

178- Zij kan zichzelf niet eens opmaken, maar wil de bruid opmaken.

179- De knoop wil niet los!

180- In het huis van zulke mensen wordt een waakhond een magere hond.

181- Hij nam de balanssteen van Tante Kikker in beslag.

182- Zorgen voor morgen is een zaak voor morgen!

182- (1) Een omhoog gegooide appel draait duizend maal voordat hij weer terug is.

183- De sjah schenkt, Sjeik Ali-chan, de bediende, geeft het niet

184- Heb je de kameel gezien? Neen!

185- De spijze was slechts het doeleinde van de sjeik.

186- Hij is verliefd op de ogen van de kikker.

187- Wees niet trots, want een kat is ook een vrome!

188- Een hoog gesprongen fontein daalt gauw!

189- Papa’s graf wordt niet geëerd vanwege de vele stenen.

190- Bochel op de bochel.

191- Een kind van een bedelaar blijft een kind van een bedelaar.

192- Ik weet waar het gloeit!

193- Ammoniak is branderig!

194- Ik sta er zelfs borg voor dat het twee kilo is.

195- Hier is jouw rituele wassing, geef mijn schoen terug.

196- Alle weggegooide dingen worden eens weer gebruikt!

197- Hoe groter, hoe erger!

198- Met suiker bedoel je toch yoghurt!

199- Een sprinkhaan vliegt wellicht één keer weg, ook twee keer, maar de derde keer wordt hij gepakt.

200- Eén nacht, twee klimaten?!

201- Hij is nog bezig met zijn baard!

202- Chadiedzja is uit de put!

203- Er staat een derde boom.

204- Ook dit gaat voorbij!

Bij wijze van toevoeging:

ÉÉN: Spiegelverhaal: Sjoelen op je oude dag!

TWEE: DAT EN DIT

DRIE: De dove op ziekenbezoek bij zijn buurman.

VIER: Het leven

VIJF: OUDERDOM

ZES: Tanden

ZEVEN: De letterkundige en de kapitein

ACHT: Het boek der grootmoedigheid van Attar

 

 

 PERZISCHE SPREEKWOORDEN

IN VERHALEN

1- Armen doen hun werk zelf.

Eens begaven een sultan met zijn hovelingen zich te paard in de stad. Zij kwamen een derwisj en zijn zoon tegen. Deze derwisj was een bekende van de sultan. Gekscherend sprak de sultan tot de derwisj: "Derwisj, je zoon lijkt heel erg op jou, hè!" "Armen doen hun werk zelf," merkte de derwisj gelijk op.

Dit spreekwoord wordt gebruikt, wanneer men wil laten merken dat men door armoede of zwakke koopkracht geen hulp kan inhuren.

1+ Het volgende verhaaltje heeft dezelfde strekking:

Eens wandelde een sultan met zijn minister in de tuin van zijn paleis. Op een gegeven moment wees de minister naar een tuinman die in de tuin aan het schoffelen was en merkte op: "Majesteit, u moet eens naar deze tuinman kijken, hij lijkt als twee druppels water op u!" De sultan keek naar de tuinman en zei: "Je hebt wel gelijk minister." Ze liepen naar de tuinman. De tuinman groette de sultan en de minister. Toen sprak de sultan tot de tuinman: "Zeg mannetje, werkte je moeder aan ons hof?" "Mijn moeder, majesteit, is een invalide vrouw en kon nooit uit huis komen. Maar mijn vader werkte hier wel in de tuin van uw vader," antwoordde de tuinman.

Dit spreekwoord wordt gebruikt, wanneer men fatsoenlijk een opmerking wil beantwoorden.

In Nederlands zal dit gelijk zijn aan: "Met gelijke munt betalen."

2- Dat spek is door de kat opgevreten.

Er werd verteld dat eens een doodgewone man een stuk spek had gevonden. Iedere ochtend voordat hij zijn huis verliet, wreef hij wat spek op zijn snor en op zijn lippen. Hij wou zo in de bazaar aan iedereen laten zien dat hij net een goede maaltijd achter de kiezen had.

Zonder enige aanleiding streek hij vele malen over zijn snor en merkte op dat hij net een vettige hap had gegeten. Hij vertelde verder dat de geur van het spek uit zijn snor bewees dat hij heel goed at.

Door zijn gedrag bleef zijn maag altijd leeg. Tijdens het eten dacht men dat hij goed had gegeten. Dus bij het eten was hij nooit aan tafel. Zo bleef hij altijd hongerig, terwijl iedereen dacht dat hij verzadigd was. Dit deed hij bijna iedere dag.

Op een dag, na het dagelijkse ritueel van wrijven, was hij vergeten om het spek weer in de pan te doen. Het spek was op het aanrecht achtergebleven.

Niet zolang daarna vrat de kat van de buren het spek op. De zoon van de man rende naar de bazaar om dit aan zijn vader te vertellen.

De man zat in de bazaar bij zijn maten. Hij was aan het vertellen dat hij net een vette maaltijd had gehad. Hij had zijn laatste woorden nog niet uitgesproken of zijn zoon vloog binnen: "Pappa, pappa dat spek wat je iedere ochtend op je snor en je lippen wreef, is door de kat van de buren opgevreten." Hierdoor barsten alle aanwezigen in lachen uit. Vanaf die dag zat hij altijd als eerste bij de eettafel.

Dit spreekwoord wordt gebruikt, wanneer men wil laten zien dat de toestand is veranderd en de oude voordelen zijn afgelopen.

3- De nieuwe mouwen horen te eten.

Er werd verteld dat er een derwisj in een college van een leermeester kwam. Omdat hij oude en versleten kleding droeg met vele lappen, keek iedereen op hem neer. Niemand nam hem serieus. Hij zette zich neer bij de deur in de gang en luisterde naar de discussie, zonder iets te zeggen. De leerlingen bespraken een filosofisch-theologisch onderwerp. Iedere leerling probeerde met een luide stem zijn lezing aan de ander op te dringen.

Hun beweringen waren niets anders dan humbug. Na een uurtje discussie bleef hun onderwerp nog steeds onoplosbaar. Hierbij kwam de derwisj tot spreken en met grote kennis en wijsheid bood hij de oplossing aan. Iedereen viel hem met woorden aan: "Wie ben jij en wat is jouw status om in de aanwezigheid van deze grote wijzen te spreken?" Waarop de derwisj zich weer in stilzwijgen hulde. Later was iedereen weg, ook de derwisj.

De volgende dag kwam dezelfde derwisj in hetzelfde gezelschap als de dag daarvoor, maar deze keer gekleed in een mooie brokaten mantel. Hij droeg een prachtige tulband en had een zilveren stok in zijn hand. Hij ging op dezelfde plaats zitten. Deze keer begon iedereen op te merken dat de plaats waarop de derwisj wilde zitten bestemd was voor ongeletterden. Van hen moest hij op de ereplaats gaan zitten.

Het gezelschap zette de discussie van gisteren voort. Iedereen kondigde zijn bedrieglijke lezing aan. Na een tijdje mengde de derwisj zich ook in de discussie en sprak allemaal onzin. De aanwezigen applaudisseerden voor de woorden van de derwisj, waar niemand iets van had begrepen.

Toen het etenstijd was, brachten de bedienden gerechten en dekten een grote eettafel. Iedereen nam plaats aan de eettafel en de derwisj ook. De bedienden schepten iedereen het hoofdgerecht van rijst en vlees op. Omdat de derwisj een eregast was, schepte de gastheer hem zelf rijst en vlees op. Iedereen stak zijn lepel in de mond, maar de derwisj stak de lepel vol met eten in zijn mouwen, terwijl hij mompelde: "De nieuwe mouwen horen te eten!"

Iedereen keek op van het gedrag van de derwisj en barstte in lachen uit. De gastheer sprak tot de derwisj: "Eerwaarde mogen wij van u weten welk gekscherend gedrag wij hebben begaan dat u onze spijzen zo beledigt?" "Er bestaat geen gedrag dat nog meer gekscherend is dan jullie gedrag van gisteren en dat van vandaag. Gisteren kondigde ik de juiste oplossing van de discussie aan. Doch jullie vielen me allemaal aan, omdat jullie je niet konden voorstellen dat iemand als ik de juiste woorden had kunnen zeggen. Want mijn kleding bestond uit armzalige lompen. Vandaag heb ik niets meer dan onzin verkondigd, maar jullie applaudisseerden voor mij. Want vandaag had ik een herenkleed aan. Heren, zullen we eerlijk wezen, mijn kleding van vandaag verdient jullie waardering en niet ik. Dus degene die jullie waardering heeft verdiend, verdient ook het eten," merkte de derwisj op en verliet het gezelschap.

Dit spreekwoord wordt gebruikt, wanneer men de wijsheid nastreeft en de onwijzen met een aanmerking het juiste pad wil wijzen.

 

4- Wie zal de kat de bel aanbinden?

Er was eens een hele grote sterke kat. Hij ving iedere dag vele muizen. De muizen waren zijn optreden meer dan beu. Om iets tegen deze gruwelijke daden te ondernemen, kwamen ze allemaal bijeen. Toen de muizen bijeen waren, herdachten ze eerst hun door de kat opgevreten kameraden. Iedere muis stelde zijn plan voor om niet meer te worden opgegeten door de kat. Uiteindelijk stond de oudste en meest wijze muis van het gezelschap op en zei: "Beste vrienden, wij moeten een bel aan de nek van de kat hangen. Zodra hij in onze richting komt, kunnen we de bel horen en vluchten."

Alle muizen applaudisseerden en juichten van vreugde. Toen iedereen bedaard was, stond een muisje op en zei: "Dit is een heel goed plan, maar heren "Wie zal de kat de bel aanbinden?"

Dit spreekwoord wordt gebruikt, wanneer men wil opmerken dat de uitvoering van een plan het moeilijkste is.